Hoe herken je ouderdomskwalen bij katten?

Oudere gestreepte kat met grijze en amber vacht rust op crèmekleurige deken in warm zonlicht bij raam

Hoe herken je ouderdomskwalen bij katten?

Ouderdomskwalen bij katten herken je aan subtiele veranderingen in gedrag, beweging en dagelijkse gewoonten. Verminderde activiteit, stijfheid bij het opstaan, veranderingen in eetpatroon en verhoogde dorst zijn vaak de eerste signalen. Ook gedragsveranderingen zoals desoriëntatie of overmatige vocalisatie kunnen wijzen op leeftijdsgerelateerde problemen. Regelmatige observatie van je kat helpt je deze signalen vroegtijdig op te merken.

Wat zijn de eerste tekenen van ouderdom bij katten?

De eerste tekenen van ouderdom bij katten zijn vaak subtiel en ontwikkelen zich geleidelijk. Je kat wordt minder actief en speelt minder dan vroeger. Dit is normaal, maar let wel op plotselinge veranderingen.

Slaappatronen veranderen merkbaar bij oudere katten. Ze slapen meer overdag en kunnen ’s nachts onrustiger worden. Soms hoor je ze meer miauwen, vooral in de vroege ochtenduren.

Gedragsveranderingen zijn ook veelzeggend. Je kat zoekt misschien meer warmte op, ligt vaker op zonnige plekjes of dicht bij de verwarming. Ook kunnen ze minder goed tegen stress, zoals bezoek of veranderingen in huis.

De vacht kan er anders uitzien. Oudere katten poetsen zichzelf soms minder goed, waardoor de vacht doffer wordt of klitten krijgt. Dit komt doordat ze stijver worden en moeilijker bij bepaalde plekken kunnen.

Hoe herken je artritis en gewrichtsproblemen bij je kat?

Artritis bij katten is moeilijker te herkennen dan bij honden, omdat katten hun pijn goed verbergen. Stijfheid na het slapen is vaak het eerste teken. Je kat heeft even tijd nodig om op gang te komen na een dutje.

Let op veranderingen in springen en klimmen. Katten die altijd makkelijk op hoge plekjes sprongen, gaan dit vermijden of gebruiken tussenstappen. Ze springen bijvoorbeeld eerst op een stoel voordat ze op de vensterbank gaan.

Het looppatroon kan veranderen. Je kat loopt misschien stijver, houdt de rug anders of gaat langzamer de trap op en af. Ook kunnen ze moeite hebben met in en uit de kattenbak stappen.

Verminderde beweeglijkheid zie je ook tijdens het poetsen. Katten met gewrichtsproblemen kunnen moeilijker bij hun achterpoten of rug, waardoor deze plekken minder schoon worden.

Welke gedragsveranderingen wijzen op cognitieve achteruitgang?

Cognitieve achteruitgang bij katten, vergelijkbaar met dementie bij mensen, komt vaker voor dan je denkt. Desoriëntatie is een belangrijk signaal. Je kat lijkt soms verdwaald in eigen huis of staart langdurig naar muren.

Het slaap-waakritme raakt verstoord. Katten met cognitieve problemen zijn vaak ’s nachts onrustig en miauwen veel. Overdag slapen ze dan juist meer dan normaal.

Overmatige vocalisatie is opvallend. Je kat miauwt plotseling veel meer, vooral ’s nachts of vroeg in de ochtend. Dit miauwen lijkt vaak doelloos en kan erg luid zijn.

Sociale interactie verandert ook. Sommige katten worden juist aanhankelijker, terwijl andere zich meer terugtrekken. Ze reageren misschien anders op bekende mensen of herkennen hen niet meer.

Ook kunnen ze hun geleerde gewoonten vergeten, zoals waar de kattenbak staat of hoe de kattenluik werkt.

Wat zijn de waarschuwingssignalen voor nierproblemen?

Nierproblemen komen veel voor bij oudere katten en ontwikkelen zich vaak sluipend. Toegenomen dorst en plassen zijn de meest opvallende symptomen. Je merkt dat de waterbak vaker bijgevuld moet worden en de kattenbak natter is.

Gewichtsverlies ondanks een normaal of zelfs toegenomen eetpatroon kan wijzen op nierproblemen. Weeg je kat regelmatig om veranderingen op te merken.

Braken komt vaker voor bij katten met nierziekte. Dit gebeurt meestal niet direct na het eten, maar op willekeurige momenten. Ook kunnen ze last hebben van misselijkheid en minder eten.

Verminderde eetlust ontwikkelt zich geleidelijk. Je kat wordt kieskeuriger of eet kleinere porties. Soms ruiken ze aan het eten maar lopen weg zonder te eten.

Andere signalen zijn een doffe vacht, slechte adem en verminderde energie. Deze symptomen ontwikkelen zich vaak langzaam, waardoor ze makkelijk over het hoofd gezien worden.

Hoe verandert het eetgedrag van een oudere kat?

Het eetgedrag van oudere katten verandert om verschillende redenen. Verminderde eetlust is vaak het gevolg van een verminderde reuk- en smaakzin. Eten ruikt en smaakt minder aantrekkelijk.

Selectiever eetgedrag komt veel voor. Je kat weigert plotseling voer dat altijd lekker werd gevonden, of heeft sterke voorkeuren voor bepaalde texturen of smaken. Nat voer wordt vaak beter geaccepteerd dan droogvoer.

Problemen met kauwen ontstaan door gebitsproblemen of pijnlijke tanden. Je kat eet langzamer, laat brokjes vallen of prefereert zachter voer. Soms zie je dat ze hun hoofd schuin houden tijdens het eten.

Gewichtsveranderingen zijn normaal bij oudere katten. Sommige vallen af door verminderde eetlust of onderliggende ziekten. Andere komen juist aan omdat ze minder actief zijn maar evenveel eten.

Ook het eetritme kan veranderen. Oudere katten eten vaak kleinere porties, maar dan wel vaker per dag. Ze kunnen ook op andere tijden honger hebben dan voorheen.

Wanneer moet je met een oudere kat naar de dierenarts?

Bij oudere katten is regelmatige controle extra belangrijk omdat problemen zich vaak langzaam ontwikkelen. Plan minstens twee keer per jaar een controle in plaats van één keer.

Ga direct naar de dierenkliniek bij plotselinge veranderingen in eetpatroon, drinkgedrag of gedrag. Ook als je kat plotseling veel afvalt, vaak braakt of moeite heeft met lopen.

Ademhalingsproblemen, zoals hijgen of moeizaam ademen, vereisen altijd directe aandacht. Dit geldt ook voor plotselinge verwardheid of extreme onrust.

Veranderingen in toiletgedrag zijn ook belangrijk. Als je kat plotseling buiten de bak plast, moeite heeft met naar de bak gaan, of bloed in de urine heeft, neem dan contact op.

Twijfel je over symptomen? Bel dan gerust even voor advies. Het is beter om één keer te veel te bellen dan een probleem te laten verergeren.

Hoe kun je je oudere kat het beste ondersteunen?

Oude kat zorg begint met het aanpassen van de leefomgeving. Zorg voor makkelijk bereikbare slaapplekjes, bijvoorbeeld een extra kattenmand op de grond als je kat niet meer goed kan springen.

Pas de kattenbak aan door een lagere instap te kiezen of een extra bak op een handige plek te zetten. Oudere katten waarderen het als ze niet ver hoeven te lopen.

Voeding verdient extra aandacht bij oude kat zorg. Overweeg speciaal seniorenvoer dat makkelijker verteerbaar is. Verwarm nat voer licht op om de geur te versterken en het aantrekkelijker te maken.

Houd de omgeving warm en comfortabel. Oudere katten hebben meer moeite met temperatuurregulatie en zoeken warmte op. Een extra dekentje of verwarmde slaapplaats wordt vaak gewaardeerd.

Blijf je kat mentaal stimuleren, maar pas het niveau aan. Korte speelsessies met rustige speeltjes houden je kat actief zonder te vermoeien.

Regelmatige, zachte borstelsessies helpen bij de vachtverzorging en geven je de kans om veranderingen op te merken. Dit is ook een fijne manier om de band te versterken.

Ouderdomskwalen bij katten zijn een natuurlijk onderdeel van het leven, maar met goede zorg kun je de levenskwaliteit van je oudere kat aanzienlijk verbeteren. Door alert te blijven op veranderingen en regelmatig contact te houden met je dierenarts, help je je kat om comfortabel oud te worden. Bij Dierenkliniek De Bilt begrijpen we dat je kat een belangrijk familielid is, en we staan klaar om jullie te begeleiden in deze levensfase. Twijfel je over de gezondheid van je oudere kat? Maak een afspraak of bel ons gerust op 030-2205588 voor advies.

Related Articles